Conclusies over de ontruimingen en bedrijfshulpverlening op de universiteit

We willen alle panelleden van het Universiteit Leiden Panel bedanken voor het delen van hun mening over ontruimingen en bedrijfshulpverlening (BHV). Aan het onderzoek, afgenomen in maart 2019, hebben 486 panelleden mee gedaan. Het doel van het onderzoek was om te peilen hoe bekend studenten en medewerkers zijn met de nooduitgangen in de universiteitsgebouwen. In dit artikel willen we graag interessante bevindingen uit de onderzoeksresultaten delen.

De kennis van studenten over de bedrijfshulpverlening op de universiteit is ongeveer gelijk verdeeld. Een deel van de studenten weet wat de BHV doet, een deel heeft er wel eens van gehoord maar weet niet wat het inhoudt en een deel van de studenten is niet bekend met BHV binnen de universiteit. Alle medewerkers zijn in meer of mindere mate bekend met de BHV.

Nooduitgangen zijn een ander verhaal. Slechts drie op de tien studenten weten blindelings de nooduitgangen te vinden in het gebouw waarin zij studeren. Onder medewerkers is dat drie op de vier. De helft van de studenten volgt de massa, omdat deze vaak door een medewerker geleid wordt is het belangrijk dat medewerkers de nooduitgangen kunnen vinden. Eén op de vijf van de studenten geeft specifiek aan een docent te volgen.

In een ideale situatie weten studenten en medewerkers bij een ontruiming of oefening precies de nooduitgangen te vinden en nemen zij de meest dichtstbijzijnde nooduitgang. Nu geeft 47% van de studenten en 39% van de medewerkers aan het gebouw via de hoofd- of zijingang te verlaten. De universiteit moedigt studenten en medewerkers aan om de nooduitgangen te gebruiken en zal zich komende tijd inzetten om de bekendheid hiervan te vergroten.

Wat ook opvalt is wat studenten en medewerkers zouden doen bij een ontruiming. 18% van de studenten en 9% van de medewerkers handelt correct door weg te lopen van het gebouw. De rest geeft aan te wachten op de verzamelplaats of bij de ingang van het gebouw. De universiteit probeert dit juist te voorkomen en zal dit in de toekomst beter communiceren.

Naar aanleiding van deze input gaat het UFB aan de slag met de volgende punten: